Water geven: een vak apart
De bodem als basis
Al deze complexe processen daargelaten: het geven van niet te weinig, maar ook zeker niet te veel water is en blijft één van de belangrijkste aspecten voor goed groeiend groen. Het lijkt zo simpel, maar dat is de praktijk toch vaak anders!
Water geven
Het mooie van mijn vak is dat ik met heel veel verschillende mensen van uiteenlopende vakgebieden in contact kom. Van iedereen leer ik weer wat anders en vaak ben ik verrast door het belang van ogenschijnlijk eenvoudige zaken. Jarenlange vergaarde kennis – vaak impliciete kennis – zorgt ervoor dat simpele taken optimaal uitgevoerd worden.
Tot een paar jaar geleden reed ik net als zovelen argeloos langs pas aangeplante straatbomen. Dat die water moeten krijgen is logisch, dat er iemand met een watertank langs moet gaan ook. Dat de gietrand groot genoeg moet zijn en niet lek mag zijn is bij velen ook nog bekend. Maar zelfs als dat allemaal klopt, blijkt er nog een heel aantal zaken te zijn welke het verschil maakt tussen ‘gewoon’ water geven en optimaal water geven.

Fantastisch om te zien hoe sommige mensen daar vol passie over kunnen vertellen. “Ik zorg altijd dat ik oppervlaktewater tank. Als dat niet lukt, vul ik mijn tank een dag van tevoren met bronwater. De ergste kou is er dan vanaf als ik het bij de bomen giet”. Aldus: Stefan, hovenier van beroep.
Mooi ook om te zien dat er creatieve oplossingen worden bedacht. Denk bijvoorbeeld aan een zelf ontworpen uitloopmond op de slang: deze zorgt dat de grond niet dichtslaat onder het geweld van een enorme straal water. Ook timing blijkt een belangrijke rol te spelen: wacht lang genoeg om ervoor te zorgen dat er ook voldoende zuurstof in de grond kan doordringen. Maar je moet ook weer niet te lang wachten, omdat anders het bodemleven afsterft of zich inkapselt om weer helemaal opnieuw op te moeten starten als er weer voldoende vocht beschikbaar is.
Meten is weten
Die timing waar ik naar refereerde, die is dus essentieel voor het geven van water. Niet te weinig, maar ook niet te veel water geven. Maar hoe weet u dat? Iemand die jarenlang in het vak zit en veel (impliciete) kennis heeft vergaard, kan op basis van onderbuikgevoel best ‘raak’ schieten. Maar zou het niet beter zijn dat dit onderbuikgevoel ‘bewezen’ wordt aan de hand van concrete data?
Deze concrete data kunnen wij genereren aan de hand van onze vochtsensoren. Deze vochtsensoren zorgen er perfect voor dat u niet te veel óf te weinig water geeft: een concreet en pragmatisch dashboard laat precies zien waar en wanneer welke bomen water nodig hebben. Een prachtige manier om onderbuikgevoel en data te combineren.
Meten is weten!
Didy Arnold.
TreeManiak